Met zijn renaissancestijl, Latijnse kruisvorm en uitzonderlijke geschiedenis is dit stukje architecturaal erfgoed een bezoek meer dan waard.
De kathedraal van Malmedy werd tussen 1776 en 1784 opgetrokken uit arkosesteen uit Waimes (steen uit de streek). Eerst was het een benedictijner abdijkerk. Na de Franse Revolutie werd het een parochiekerk, om uiteindelijk te worden verheven tot kathedraal onder het kortstondige bisdom Eupen-Malmedy (1921 tot 1925). Een verrassende titel (want qua architectuur en grootte heeft ze veel weg van andere religieuze bouwwerken) die ze enkel dankt aan de bijzondere politieke situatie van de stad in het interbellum. Op grond van het canoniek recht geldt ze tot op vandaag nog steeds als kathedraal.
Wat is er te zien?
De statige kathedraal met haar strakke en onopgesmukte lijnen valt meteen op. Twee hoge, vierkante torens verwelkomen je en nodigen je uit in grote ruimtes die baden in het licht. Binnen zie je meteen het altaar van de Heilige Maagd, in nog origineel marmer, de vier biechtstoelen van uitgesneden hout en de preekstoel. De gebrandschilderde ramen zijn niet origineel (ze werden vernietigd tijdens de bombardementen in december 1944), maar de beiaard is dat wel. Hij werd gebouwd in 1786 en bestaat uit 35 authentieke klokken van de hand van Martin Legros, een inwoner van Malmedy.
Copyright foto's: Ardennes-étape